Lei- en Vormbomen
Foto + Benaming | Beschrijving | Blad | Bloemen | Vrucht | |
Leiamberboom | De amberboom (Liquidambar styraciflua) is een loofboom uit de familie Altingiaceae. De plant komt van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika. De amberboom wordt als sierboom sinds 1688 aangeplant in Europa. Er zijn enkele cultivars. De naam van de boom houdt verband met de hars die zich in de bast bevindt: 'amber' is het Engelse woord voor barnsteen, een fossiel hars. Verder onderscheidt de amberboom zich door haar bolvormige vruchthoofdjes. |
||||
Leihaagbeuk |
De haagbeuk (Carpinus betulus), helzenteer, hesselteer, steenbeuk, jukbeuk of wielboom is een 15-25 m hoge boom uit de berkenfamilie (Betulaceae). De haagbeuk is eenhuizig: de mannelijke en de vrouwelijke bloemen komen op één plant voor. De plant bloeit in april en mei. Het stuifmeel wordt door de wind verspreid. |
||||
Vormhaagbeuk |
De haagbeuk (Carpinus betulus), helzenteer, hesselteer, steenbeuk, jukbeuk of wielboom is een 15-25 m hoge boom uit de berkenfamilie (Betulaceae). De haagbeuk is eenhuizig: de mannelijke en de vrouwelijke bloemen komen op één plant voor. De plant bloeit in april en mei. Het stuifmeel wordt door de wind verspreid. |
||||
Leilinde |
Linde (Tilia) is een geslacht van bomen uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De soorten van dit geslacht komen voor op het noordelijk halfrond in Europa, Noord-Amerika en Azië. Er worden ongeveer 25 ondersoorten binnen dit geslacht onderscheiden. | ||||
Leimagnolia |
Magnolia (Nederlandstalige naam beverboom) is de naam van het typegeslacht van de Magnoliafamilie (Magnoliaceae). Het geslacht is in West-Europa niet inheems en is hier het bekendst vanwege de rijk bloeiende soorten en kruisingen die in veel tuinen en parken zijn aangeplant. Magnolia's hebben ongedifferentieerde bloembladeren, bloemdekbladeren (tepalen), de meeldraden en de vruchtbeginsels zijn spiraalsgewijs op de kegelvormige bloemas ingeplant. Deze bloembouw komt overeen met de oudst bekende fossiele bloemen en duidt erop dat de oorsprong van de groep in de buurt van de eerste bloemplanten moet liggen |
||||
Leipeer | Peer (Pyrus), is een plantengeslacht dat de algemeen bekende vruchten produceert. Het geslacht komt voor in veel landen, vooral op het noordelijk halfrond. De bloeiwijze van het plantengeslacht peer is een boom, die op oudere leeftijd elk jaar bloeit en, meestal ook elk jaar, vrucht draagt. Hoogstambomen bloeien op latere leeftijd dan zogenaamde spillen. |
Sierboom geen vrucht |
|||
Dakplataan |
Plataan (Platanus) is een geslacht van bomen, het enige uit de plataanfamilie (Platanaceae). De plataan wordt 30-35 meter hoog en ontwikkelt een zeer brede kruin, soms enkele kruinen, met een diameter van 8-12 meter. De grote bladeren en het dichte bladerdek maken de plataan tot een van de meest toegepaste schaduwbomen. Vooral in Zuid-Europa zijn ze bepalend voor het straatbeeld. De plataan wordt echter ook in België en Nederland als park-, laan- en straatboom aangeplant. |